Offsite waarschuwingDe pagina Offsite waarschuwingen maakt een waarschuwing als de aangegeven lokale server geen verbinding kan maken met zijn offsite server. Alarmen worden alleen gedurende de tijden gegenereerd die voor elke lokale server door Overdracht plannen worden toegestaan. Zodra gedefinieerd, kunt u deze waarschuwing onmiddellijk op een willekeurig computer-ID die op deze pagina wordt weergegeven, toepassen. De lijst met computer-ID's die u kunt selecteren, is afhankelijk van het computer-ID/groeps-ID filter. Om op deze pagina te worden weergegeven, moeten computer-ID's eerst met Back-up > Lokale servers als een lokale server worden gedefinieerd. Een offsite waarschuwing maken
Een offsite waarschuwing annuleren
Waarschuwingsinformatie naar e-mails en procedures passeren De volgende types e-mails voor offsite waarschuwingen kunnen worden verzonden en opgemaakt:
Opmerking: Door opmaak van het e-mailalarm te wijzigen, wordt de opmaak voor alle e-mails voor alle offsite waarschuwingen gewijzigd. De volgenden variabelen kunnen in uw opgemaakte e-mailwaarschuwingen en in procedures worden opgenomen.
Alarmen aanmaken Wanneer ingeschakeld en als zich een alarmvoorwaarde voordoet, wordt een alarm aangemaakt. Alarmen worden in Controle > Dashboard-lijst, Controle > Alarmoverzicht en Infocentrum > Rapporten > Logboeken > Alarmlogboek weergegeven. Ticket maken Wanneer ingeschakeld en als zich een alarmvoorwaarde voordoet, wordt een ticket gemaakt. Script activeren Als deze optie is gemarkeerd en een alarmconditie wordt aangetroffen, wordt een agentprocedure geactiveerd. Klik op de koppeling agentprocedure selecteren klikken om een agentprocedure te kiezen die u wilt activeren. U kunt de agentprocedure ook op een bepaald bereik van computer-ID's laten uitvoeren door op de koppeling dit computer-ID te klikken. Deze computer-ID's hoeven niet overeen te komen met het computer-ID dat de alarmconditie heeft aangetroffen. E-mailontvangers Wanneer ingeschakeld en als zich een alarmvoorwaarde voordoet, wordt naar de aangegeven e-mailadressen een e-mail verzonden.
Toepassen Klik op Toepassen om parameters op geselecteerde computer-ID's toe te passen. Bevestig dat de informatie juist in de lijst computer-ID's is toegepast. Wissen Klik op Wissen om van de geselecteerde computer-ID's alle parameterinstellingen te verwijderen. Parameters offsite waarschuwingen
Alles selecteren/alles deselecteren Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren. Check-instatus Deze pictogrammen geven van elke beheerde computer de check-instatus van de agent weer:
Opmerking: Als deze invoegtoepassingsmodule in een 5.x VSA wordt geïnstalleerd, worden verschillende pictogramafbeeldingen weergegeven. De pagina Afstandsbediening > Computer besturen geeft een legenda van de specifieke pictogrammen weer die door uw VSA-systeem worden gebruikt. Computer.Groep ID De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken. ATSE De ATSE-responscode die is toegewezen aan computer-ID's of SNMP-apparaten:
E-mailadres Een door komma's gescheiden lijst van e-mailadressen waarheen notificaties worden verzonden. Interval Het aantal perioden die wachten voordat zij de verbinding tussen de lokale en offsite server controleren. Tijdsduur Het aantal perioden die met wacht voordat een alarm wordt geactiveerd. | |||||||||||||||||||||
Onderwerp 2137: Stuur feedback. Download van dit online boek een PDF van het eerste onderwerp in de inhoudstabel. |