Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Voor/na procedure: Back-up

Gebruik de pagina Voor/na procedure om agentprocedures te activeren voor dat de back-up Volumes plannen start of nadat deze is voltooid. Is niet van toepassing op back-ups van Mappen plannen.

Gebruik deze pagina om services te onderbreken die bestanden kunnen vergrendelen en kunnen voorkomen een volumeback-up te voltooien. Het kan ook zijn dat u een systeemservice, zoals Exchange of een database, wilt dwingen om voor de systeemback-up, zijn gegevens naar een schijf te schrijven. Meestal kan dit worden gedaan zonder van de service in kwestie te eisen tijdens back-up uitgeschakeld te zijn. Alle kritieke services kunnen ter allen tijden volledig werkzaam blijven. Om bijvoorbeeld van een Exchange Server een back-up te maken, is het voordat de back-up start, een momentopname van de database nodig. Een procedure zal snel de Exchange starten en stoppen om, voor het maken van de back-up te maken, de momentopname van de database te maken.

Een voor/na-procedure activeren

  1. Selecteer computer-ID's.
  2. Klik op de koppeling script selecteren om een agentprocedure te selecteren om voordat het maken van een back-up van Volumes plannen, of nadat deze is voltooid, te activeren.
  3. Als een agentprocedure na voltooiing van een back-up wordt geactiveerd, dient u aan te geven of de agentprocedure moet werken nadat een back-up met enige status, met succes of met falen wordt voltooid.
  4. Klik op Instellen.

Instellen

Klik op Instellen om de geselecteerde agentprocedures te activeren voordat een back-up van Volumes plannen wordt gestart of nadat het is voltooid.

Activeer <select script> voordat back-up start

Wanneer ingeschakelt, werkt de geselecteerde agentprocedure voordat een back-up van Volumes plannen start.

Activeer <select script> nadat back-up wordt voltooid

Wanneer ingeschakelt, werkt de geselecteerde agentprocedure na voltooiing van een back-up van Volumes plannen. Opdat agentprocedures na voltooing werken, dient u aan te geven of de agentprocedures met enige status, met succes of met falen moeten werken.

Alles selecteren/alles deselecteren

Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren.

Check-instatus

Deze pictogrammen geven van elke beheerde computer de check-instatus van de agent weer:

Online maar wacht tot de eerste audit wordt voltooid

Agent online

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld. Pictogram geeft knopinfo weer die de aanmeldingsnaam weergeeft.

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld, maar de gebruiker is al 10 minuten niet actief

De agent is momenteel offline

Agent heeft nooit ingecheckt

Agent is online maar de afstandsbediening is uitgeschakeld

Deze agent is uitgesteld

Opmerking: Als deze invoegtoepassingsmodule in een 5.x VSA wordt geïnstalleerd, worden verschillende pictogramafbeeldingen weergegeven. De pagina Afstandsbediening > Computer besturen geeft een legenda van de specifieke pictogrammen weer die door uw VSA-systeem worden gebruikt.

Computer.Groep ID

De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken.

Voor script/na script

Deze kolom bevat een lijst van de agentprocedures die zijn ingesteld om voordat een back-up van Volumes plannen of na voltooiing ervan, moet werken.