Controlelogboek
Controle > Controlelogboek
- Door voor een specifiek computer-ID in de dashlet Status controleset van de pagina Dashboardlijst op de pictogram
logboekcontrole te klikken, wordt dezelfde informatie als een pop-upvenster weergegeven.
De pagina Controlelogboek geeft de controle-objectlogboeken van de agent in de opmaak van diagrammen en tabellen weer.
Computer-ID.Groeps-ID
Klik op een koppeling van een computer-ID om de logboekgegevens van alle controlesets weer te geven die aan dat computer-ID zijn toegewezen. De lijst van Computer.Groep ID's wordt op basis van de filter Computer-ID/Groeps-ID en de computergroepen waarvoor de gebruiker toestemming heeft om die met Systeem > Beveiliging gebruiker > Bereiken te zien, weergegeven. Als geen computer-ID's worden weergegeven, gebruikt u Controle > Controle toewijzen om controlesets op computer-ID's toe te passen.
Controle-object selecteren om informatie weer te geven
De pagina geeft een lijst van controle-objecten weer die aan het geselecteerde computer-ID zijn toegewezen.
Weergave
Selecteer een meterobject door op de koppeling Weergave te klikken. De geselecteerde rij wordt vetgedrukt weergegeven. Een geselecteerde rij wordt of als diagram of als tabel weergegeven.
Opmerking: Als een controle-object niet door een diagram kan worden weergegeven, is alleen de tabelweergave beschikbaar.
Pictogram Uitvouwen
Klik op de pictogram Uitvouwen om over een controle-object details weer te geven.
Gegevens verversen
Klik op de pictogram Verversen om gegevens te verversen als geen waarden worden weergegeven. Is op niet-reagerende controle van toepassing.
Als u monitor geen logboekwaarde weergeeft, dient u het volgende te verifiëren:
- Controleer de voorbeeldinterval van het meterobject. Zodra een controleset wordt ingezet, geven itemmeters waarden naar het controlelogboek terug door een aangegeven voorbeeldinterval te gebruiken. Wacht op eerste waarde die moet terugkomen voor de voorbeeldinterval plus de check-in-interval van de agent.
- Als geen waarden worden geretourneerd, schakelt u voode opdrachten van de controle-itemmeter Drempelwaarden itemmeter weer. Als op de gecontroleerde computer of het gecontroleerde apparaat geen waarden met de drempelwaarden van de verzameling overeenkomen, worden deze waarden niet in het controlelogboek opgenomen.
Als een monitor niet reageert, geeft het logboek het bericht Monitor reageert niet . Voor het feit dat de monitor niet reageert, kunnen enkele redenen zijn:
- Itemmeters - Als uw controleset een itemmeter bevat die niet op een beheerde computer bestaat, geeft het logboek het bericht
Geen reactie weer. U kunt voor een specifieke computer de problemen met controle van itemmeters op twee manieren oplossen:- Gebruik de pagina Controle > Lijsten per scan bijwerken om alle controlemeters en services voor dat specifieke computer-ID te scannen.
- Maak verbinding met de computer die door deze agent wordt beheerd. Selecteer de opdracht Activeren in het menu Start , voer
perfmon.exe in, klik op OK, maak een nieuwMeterlogboek en controleer of er voor de itemmeter objecten/itemmeters/instanties bestaan die niet reageren.
- Services - Als uw controleset een service bevat die niet op een beheerde computer bestaat, geeft het logboek het bericht
Service bestaat niet weer. - Processen - Als uw controleset een proces bevat die niet op een beheerde computer bestaat, geeft het logboek het bericht
Proces gestopt weer. - Toestemmingen - zorg dat voor de werkmap van de agent de toestemmingen op volledige toegang zijn ingesteld voor
SYSTEEM en NETWERKSERVICE . Dit kan gebeuren als de werkmap van de agent in de mappen c:\program files\ of c:\windows is geplaatst. Dit wordt niet aanbevolen als deze mappen speciale toestemmingen hebben die door het besturingssysteem zijn ingesteld.
Type
Het type controle-object: itemmeter, proces of service.
Naam controleset
De naam van de controleset.
Naam object
De naam van het controle-object.
Laatste waarde
De laatst gemelde waarde.
Staafdiagram/tabel
Selecteer de radioknop Staafdiagram of Tabel om in één van de opmaken gegevens weer te geven. Alleen controle-objecten van het type Itemmeters kunnen in de opmaak van staafdiagrammen worden weergegeven.
- Een staafdiagram geeft de laatste 500 gegevenspunten op de voorbeeld-intervalfrequentie weer. De achtergrond van de diagram wordt in rood weergegeven voor drempelwaarden van alarmen, geel voor drempelwaarden voor waarschuwingen en groen voor geen alarm.
- De tabel met logboekgegevens geeft eerst de nieuwste waarden weer en geeft voor logboekgegevens die binnen deze drempelwaarden vallen, pictogrammen voor alarmen en waarschuwingen weer. Zie Controleset definiëren voor meer informatie.
Pagina selecteren
Deze knippen worden alleen weergegeven als de opmaak Tabel wordt geselecteerd. Als meer rijen zijn geselecteerd dan op een enkele pagina kunnen worden getoond, klikt u op de knoppen en om de vorige of volgende pagina te tonen. De keuzelijst geeft een alfabetisch overzicht van het eerste record op elke pagina.
|