Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Variabele manager

Gebruik de Manager variabelen om variabelen te definiëren die meerdere malen in verschillende agentprocedures gebruikt kunnen worden. U kunt meerdere waarden onderhouden voor elke beheerde variabele, waarbij elke variabele wordt toegepast op een of meer groeps-ID's. Beheerde variabelen kunnen geen nieuwe waarde krijgen binnen een procedure. Verwijs binnen een procedure naar een beheerde variabele door de naam van de variabele tussen haken te zetten met de tekens < en >. Voorbeeld: <Variabelenaam>. Zie Werken met variabelen.

Door beheerde variabelen te gebruiken, kunnen beheerde computers agentprocedures activeren die toegang hebben tot lokaal beschikbare bronnen gebaseerd op het groeps-ID of subgroep-ID.

Opmerking: Met Systeem > Naamgevingbeleid kan dit voordeel automatisch worden toegepast per IP-adres ook voor een bijzonder mobiel team dat regelmatig tussen verschillende vestigingen reist.

Variabele selecteren

Selecteer een variabelenaam in de keuzelijst of selecteer <Nieuwe variabele> om een nieuwe variabele te maken. Variabelenamen zijn hoofdlettergevoelig.

Variabele hernoemen/maken

Typ een nieuwe naam voor de nieuwe variabele die u maakt of voor een bestaande variabele die u hernoemt. Klik op het pictogram verwijderen om de hele variabele uit alle groepen te verwijderen.

Openbaar

Door in het keuzerondje Openbaar te klikken, kunnen alle gebruikers de variabele toepassen. Maar alleen masterrolgebruikers kunnen gedeelde variabelen maken en bewerken.

Privé

Door in het keuzerondje Privé te klikken, is de variabele alleen bruikbaar door de gebruiker die hem heeft gemaakt.

Toepassen

Typ de beginwaarde voor een variabele. Selecteer vervolgens een of meer Groeps=ID's en klik op Toepassen. Lege waarden zijn niet geldig.

Verwijderen

Selecteer een of meer groeps-ID's en klik op Verwijderen om de waarde voor deze variabele te verwijderen uit de groeps-ID's waaraan hij is toegewezen.

Alles selecteren/alles deselecteren

Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren.

Groeps-ID

Toon alle groeps-ID's die de aangemelde gebruiker mag beheren.

Waarde

Toont de waarde van de variabele als toegepast op het groeps-ID.