Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Waarschuwingen

Met de pagina Waarschuwingen kunt u snel waarschuwingen definiëren voor typische alarmvoorwaarden die in een IT-omgeving worden gevonden. Bijvoorbeeld, weinig schijfruimte is een regelmatig probleem dat zich op beheerde computers voordoet. Door het alarmtype Weinig schijf te selecteren, wordt een enkel bijkomend veld weergegeven waarin u de drempel voor % vrije ruimte kunt definiëren. Zodra gedefinieerd, kunt u dit alarm onmiddelijk op een willekeurig computer-ID toepassen die op de pagina Waarschuwingen wordt weergegeven en de respons op het alarm aangeven.

Opmerking: Controlesets vertegenwoordigt een zeer ingewikkelde methode om alarmcondities te controleren. Typische alarmcondities moeten met de pagina Waarschuwingen worden gedefinieerd.

Waarschuwingsfunctie selecteren

Selecteer van de vervolgkeuzelijst Waarschuwingsfunctie selecteren een waarschuwingstype.

Groepalarmen

Alarmen voor waarschuwing, systeemcontrole en logboekcontrole worden automatisch aan een categorie van Groepsalarm toegewezen. Als een alarm wordt geactiveerd, wordt ook het groepsalarm waartoe het behoort, geactiveerd. De categorieën voor groepsalarmen voor controlesets en SNMP-sets worden handmatig toegewezen als de sets worden gedefinieerd. Groepsalarmen worden in het paneel Groepsalarmstatus van de pagina Controle > Dasboardlijst weergegeven. U kunt met het tabblad Kolomnamen groepsalarm in Controle > Controlelijsten een nieuwe groep maken. Kolomnamen groepsalarm worden met Controleset definiëren aan controlesets toegewezen.

Tabblad Waarschuwingen computeroverzicht

Het tabblad Waarschuwingen in de pagina Computeroverzicht, biedt in overzichtelijke wijze, alle waarschuwingen die voor een computer-ID zijn gedefinieerd. U kunt tabblad gebruiken om snel alle waarschuwingen die op een enkele computer van toepassing zijn, weer te geven, in te schakelen of uit te schakelen. Gewoonlijk geeft u deze pagina weer door naast een willekeurig computer-ID, op de pictogram van de check-instatus op de alt-knop - bijvoorbeeld de pictogram - te klikken.

Alarmcondities met of zonder Alarmen aanmaken beoordelen

Een gebruiker kan controlesets, SNMP-sets, waarschuwingen, systeemcontroles of controlelogboeken toewijzen aan een computer-ID zonder in het keuzevakje Alarm maken te klikken, waarna alsnog een Actielogboek controleren wordt gemaakt. Met deze logboeken kan een VSA gebruiker alarmcondities beoordelen die zijn opgetreden waarbij hij al dan niet specifiek is gewaarschuwd door het maken van een alarm, e-mail of ticket. U kunt een rapport genereren met Infocentrum > Rapporten > Controle > Actielogboek controleren.

Een waarschuwing maken

Dezelfde algemene procedure is op alle waarschuwingstypes van toepassing.

  1. Selecteer van de vervolgkeuzelijst Waarschuwingsfunctie selecteren een waarschuwingsfunctie.
  2. Schakel elk willekeurig keuzevak in om hun overeenkomende acties uit te voeren als zich een alarmconditie voordoet:
    • Alarm maken
    • Ticket maken
    • Script activeren
    • Emailontvangers
  3. Stel bijkomende e-mailparameters in.
  4. Stel bijkomende waarschuwingsspecifieke parameters in. Deze verschillen op basis van de geselecteerde waarschuwingsfunctie.
  5. Schakel de pagineringsrijen in om de waarschuwing op toe te passen.
  6. Klik op de knop Toepassen.

Een waarschuwing annuleren

  1. Selecteer één of meer pagineringsrijen.
  2. Klik op de knop Wissen.

    De waarschuwingsinformatie die naast de pagineringsrij in een lijst wordt aangegeven, wordt verwijderd.