Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Processtatus

Het tabblad Processtatus definieert alarmcondities die erop worden gebaseerd of op een computer-ID een proces is gestart of gestopt.

Pagina's selecteren

Als meer rijen zijn geselecteerd dan op een enkele pagina kunnen worden getoond, klikt u op de knoppen en om de vorige of volgende pagina te tonen. De keuzelijst geeft een alfabetisch overzicht van het eerste record op elke pagina.

Pictogram Bewerken

Klik op de pictogram Bewerken naast de rij om de rij te bewerken.

Pictogram Verwijderen

Klik op het pictogram om dit record te verwijderen.

Toevoegen/bewerken

Kik op Toevoegen of de pictogram bewerken, , om een record voor Processtatus te onderhouden.

  1. Proces - selecteert vanuit de vervolgkeuzelijst het proces die moet worden gecontroleerd. De vervolgkeuzelijst is gebaseerd op de "hoofdlijst" die met behulp van de pagina Controlelijsten wordt onderhouden. Als een proces niet in de vervolgkeuzelijst wordt weergegeven, kunt u het met gebruik van Proces toevoegen, handmatig toevoegen. U kunt ook de "hoofdlijst" bijwerken door met Lijsten per scan bijwerken specifieke computer-ID's te scannen.
  2. Beschrijving - beschrijft het proces en de reden voor controle.
  3. Alarm bij overdracht - activeert een alarmconditie als een proces (toepassing) wordt gestart of gestopt.
  4. Bijkomende alarmen negeren voor - Laat voor de aangegeven tijdsperiode bijkomende alarmcondities weg.

Opslaan

Slaat wijzigingen aan een record op.

Annuleren

Negeert wijzigingen en retourneert de lijst van records.