Next Topic

Previous Topic

Book Contents

SNMP-logboek

De pagina SNMP-logboek geeft in een SNMP-set in opmaken van een diagram of tabel, SNMP-logboekgegevens weer van MIB-objecten

  1. Klik op een koppeling van een computer-ID om alle SNMP-apparaaten die met een computer-ID zijn verwant, in een lijst op te nemen.
  2. Klik op het IP-adres of de naam van een SNMP-apparaat om alle SNMP-sets en MIB-objecten weer te geven die aan het SNMP-apparaat zijn toegewezen.
  3. Klik op de pictogram Uitvouwen om de verzameling en drempelinstellingen voor een MIB-object weer te geven.
  4. Klik op de pictogram met neerwaartse pijl om Logboekgegevens van MIB-objecten in diagram- of tabelopmaken weer te geven.
  5. Selecteer de radioknop Staafdiagram of Tabel om de weergave-indeling voor logboekgegevens te selecteren.

SNMP-controle-objecten kunnen meerdere instanties bevatten en kunnen samen in één diagram of tabel worden weergegeven.  Bijvoorbeeld, een schakeloptie voor een netwerk kan 12 poorten hebben. Elk is een instantie en kan logboekgegevens bevatten. Alle 12 instanties kunnen in één diagram of tabel worden gecombineerd. SNMP-staafdiagrammen zijn in 3D-indeling en maken weergave van meerdere instanties mogelijk.

Computer-ID.Groeps-ID/SNMP-apparaten

Alle computers die aan SNMP-controle zijn toegewezen en momenteel met de filter Computer-ID/Groeps-ID overeenkomen, worden weergegeven. Door op de koppeling Computer-ID te klikken, worden alle SNMP-apparaten weergegeven die aan het computer-ID zijn toegewezen. Klik op de koppeling SNMP-apparaat om alle MIB-objecten die aan het SNMP-apparaat zijn verwant, weer te geven.

Weergave

Klik op de koppeling Weergave om de logboekgegevens voor een MIB-object in een diagram of tabel weer te geven.

Verwijderen

Klik op Verwijderen om logboekgegevens van een diagram of tabel te verwijderen.

Alles weergeven

Als het SNMP-controle-object meerderde instanties heeft, worden door op de koppeling Alles weergeven te klikken, voor elke instantie alle gegevens weergegeven.

Alles verwijderen

Als het SNMP-controle-object meerderde instanties heeft, worden door op de koppeling Alles verwijderen te klikken, voor elke instantie alle gegevens verwijderd.

Naam controleset

De naam van de SNMP-set waartoe het MIB-object behoort.

Objectnaam ophalen

De naam van het MIB-object dat wordt gebruikt om het SNMP-apparaat te controleren.

Description

De beschrijving van het MIB-object in de SNMP-set.

Staafdiagram/tabel

Selecteer de radioknop Staafdiagram of Tabel om in één van de opmaken gegevens weer te geven.

  • Een staafdiagram geeft de laatste 500 gegevenspunten op de voorbeeld-intervalfrequentie weer. De achtergrond van de diagram wordt in rood weergegeven voor drempelwaarden van alarmen, geel voor drempelwaarden voor waarschuwingen en groen voor geen alarm.
  • De tabel met logboekgegevens geeft eerst de nieuwste waarden weer en geeft voor logboekgegevens die binnen deze drempelwaarden vallen, pictogrammen voor alarmen en waarschuwingen weer. Zie SNMP-set definiëren voor meer informatie.

Weergeven van laatste

Staafdiagrammen geven logboekgegevens voor de laatste 500 geselecteerde intervallen weer. Bijvoorbeeld, als u Laatste 500 minuten weergeven selecteert, vertegenwoordigt elke staaf in de diagram 1 minuut.

Weergave opslaan

U kunt voor elk MIB-object aangepaste weergaven opslaan. De volgende keer dat dit MIB-object wordt geselecteerd, wordt de opgeslagen informatie geladen.

Rijen per pagina logboek

Deze velden worden alleen in de opmaak Tabel weergegeven. Selecteer het aantal rijen om per pagina weer te geven.

Waarde over/onderwaarde weergeven

Deze velden worden alleen in de opmaak Tabel weergegeven. Filter de tabelrijen die worden weergegeven door logboekgegevens die over of onder de waarde worden aangegeven, te filteren.

Vernieuwen

Klik op de knop Vernieuwen om de meest recente logboekgegevens weer te geven.

Als u monitor geen logboekwaarden weergeeft, dient u het volgende te verifiëren:

  1. Als er geen waarden worden geretourneerd, schakelt u de drempelwaarde van de verzameling in voor MIB-objecten in SNMP-sets. Als op het gecontroleerde apparaat waarden niet met de drempelwaarde van de verzameling overeenkomen, worden zij niet in het SNMP-logboek opgenomen.
  2. De logboekwaarde van de voorbeeldinterval wordt door het totaal aantal opdrachten van SNMPGet bepaald die informatie van SNMP-apparaten naa de agent van het computer-ID ophalen. Hoe meer opdrachten van SNMPGet, hoe groter de voorbeeldinterval. Controleer alle SNMP-apparaten die aan een computer-ID zijn verwant. Als sommigge opdrachten van SNMPGet waarden retourneren, maar anderen niet, dan zijn de opdrachten van SNMPGet voor mislukte verzoeken niet compatibel.

Als een monitor niet reageert, geeft het logboek het bericht Monitor reageert niet. De opdracht SNMPGet is incompatibel met het apparaat.