LogboekenhistorieDe pagina Logboekenhistorie bepaalt het aantal dagen dagen waarvoor, per logboek voor elk computer-ID, gegevens in de database worden opgeslagen. Logboekgegevens worden getoond met Agentlogboeken of afgedrukt in een rapport met Infocentrum > Rapportage > Logboeken. Deze pagina bepaalt ook of gegevens voor agentlogboeken vervolgens worden gearchiveerd naar tekstbestanden in een netwerkmap. De map wordt met Systeem > Configureren aangegeven. Wijzigingen die met dit pakket zijn aangebracht, worden van kracht als de agent de volgende keer incheckt en worden tot die tijd met rode tekst weergegeven.
Eisen voor de databasegrootte schatten Hoe meer gegevens u in een logboek vastlegt, des te groter de database wordt. De eisen voor de grootte van de database kunnen verschillen, afhankelijk van het aantal agenten dat gebruikt wordt en het ingeschakelde niveau voor opname in logboeken. Om de eisen voor de databasegrootte te schatten, maakt u een dump van de tabel Locaties logboekbestanden Logboekarchieven voor controlegegevens worden in de map Stel dagen in voor het bewaren van logboekrecords, controleer om naar bestand te archiveren Stel het aantal dagen in dat logboekgegevens moeten worden bewaard. Schakel het keuzevakje voor elk logboek in om logboekbestanden te archiveren als de vervaldatum is overschreden.
Stel het aantal dagen om voor alle computers logboeken te blijven controleren. De volgende controle-instellingen voor logboeken worden voor het hele systeem toegepast.
Alle dagen instellen Klik op Alle dagen instellen om alle "dag"-velden dezelfde instelling te geven. Alle archieven selecteren/Alle archieven deselecteren Klik op de koppeling Alle archieven selecteren om alle keuzevakjes voor archieven op de pagina in te schakelen. Klik op de koppeling Alle archieven deselecteren om alle keuzevakjes voor archieven op de pagina uit te schakelen. Update Klik op Update om geselecteerde computer-ID's bij te werken met de instellingen voor agentenlogboeken. Alles selecteren/alles deselecteren Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren. Check-instatus Deze pictogrammen geven van elke beheerde computer de check-instatus van de agent weer:
Computer.Groep ID De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken. | |||
Onderwerp 238: Stuur feedback. Download van dit online boek een PDF van het eerste onderwerp in de inhoudstabel. |