Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Stille installaties maken

De meeste leveranciers leveren een enkel bestand als u dit van het web download of een reeks bestanden op een CD. Door het installatieprogramma uit te voeren, dat gewoonlijk setup.exe heet, wordt de toepassing van de leverancier onder het juiste besturingssysteem geïnstalleerd. Gewoonlijk gebruiken leveranciers een van drie toepassingen om een installatiepakket te maken: InstallShield, Windows Installer, of Wise Installer. Elk van deze toepassingen biedt een methode voor het maken van een stille installatie. Bij het automatiseren van de installatie van installatieprogramma's van een leverancier, moet u er voor zorgen dat het installatiepakket niet op invoer van de gebruiker wacht.

Stille installaties met InstallShield

InstallShield beschikt over een opnamemodus dat antwoorden vastlegt voor alle dialoogvensters in de installatieprocedure. InstallShield vereist dat het opgenomen  iis-bestand met antwoorden  tijdens de installatie op de beheerde computer staat.  Voor het  gebruikt moet de  agentprocedure  de opdracht Bestand schrijven gebruiken om  zowel  het bestand setup.exe als record.iis van de VSA-server naar de  beheerde computer te sturen en vervolgens Execute File (Bestand uitvoeren) om setup.exe uit te voeren met de opties  /s /f"<pad>\record.iis".  Zie de helpgids van InstallShield voor meer informatie over de stille  installatiemogelijkheden met een opgenomen antwoordbestand. 

Maak als volgt een aangepast installatiepakket:

  1. Controleer of het installatiepakket is gemaakt met InstallShield.
    1. Start het installatiepakket.
    2. Controleer of InstallShield Wizard in de titelbalk van het venster staat.
  2. Start het installatiepakket in de opnamemodus vanaf een opdrachtregel.
    1. Als het installatiepakket een enkel bestand is: voer setup.exe /a /r /f1c:\temp\record.iss uit.
      Setup.exe is de naam van het installatiepakket. c:\temp\record.iss is het volledige pad plus bestandsnaam voor het opslaan van de opgenomen uitvoer.
    2. Als het installatiepakket een reeks bestanden is: voer setup.exe /r /f1c:\temp\record.iss uit.
      Setup.exe is de naam van het installatiepakket. c:\temp\record.iss is het volledige pad plus bestandsnaam voor het opslaan van de opgenomen uitvoer.
  3. Gebruik het installatiepakket met de opgenomen antwoorden op de dialoogvensters. Gebruik de opdracht Bestand schrijven voor de agentprocedure om zowel het installatiepakket van de leverancier als record.iss naar elke beheerde computer te kopiëren of naar een bestandsserver die voor elke beheerde computer bereikbaar is.
  4. Voer het installatiepakket uit met parameters voor de stille modus met de procedure-opdracht Bestand uitvoeren.
    1. Als het installatiepakket een enkel bestand is: voer setup.exe /s /a /s /f1c:\temp\record.iss uit.
      Setup.exe is de naam van het installatiepakket. c:\temp\record.iss is het volledige pad plus bestandsnaam van de opgenomen instellingen..
    2. Als het installatiepakket een reeks bestanden is: voer setup.exe /s /f1c:\temp\record.iss uit.
      Setup.exe is de naaam van het installatiepakket.c:\temp\record.iss is het volledige pad plus bestandsnaam van de opgenomen instellingen.

Stille installatie met Windows Installer

Windows Installer beschikt niet over een opnamemodus. Daarom kan het alleen de installatieconfiguratie Typical stil uitvoeren. Om een pakket voor Windows Installer stil uit te voeren, moet u een procedure schrijven die het volgende doet:

  1. Gebruik de opdracht Bestand schrijven voor de agentprocedure om het installatiepakket van de leverancier naar elke beheerde computer te kopiëren of naar een bestandsserver die voor elke beheerde computer bereikbaar is.
  2. Voer het installatieprogramma uit met de parameter /q met de opdracht Bestand uitvoeren in de agentprocedure.

Stille installatie met Wise Installer

Wise Installer beschikt niet over een opnamemodus. Daarom kan het alleen de installatieconfiguratie Typical stil uitvoeren. Om een pakket voor Wise Installer stil uit te voeren, moet u een procedure schrijven die het volgende doet:

  1. Gebruik de opdracht Bestand schrijven voor de agentprocedure om het installatiepakket van de leverancier naar elke beheerde computer te kopiëren of naar een bestandsserver die voor elke beheerde computer bereikbaar is.
  2. Voer het installatieprogramma uit met de parameter /s met de opdracht Bestand uitvoeren in de agentprocedure.