Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Venster Alarmoverzicht

Het venster Alarmoverzicht geeft een gefilterde lijst van alarmlogboekrecords weer. Het filteren is afhankelijk van hoe u toegang tot het venster hebt genomen. Een alarm die in het alarmlogboek voorkomt, vertegenwoordigt niet de huidige status van een computer of apparaat. Het is meer een record van een alarm dat zich in het verleden heeft voorgedaan. Een alarmlogboekrecord blijft, totdat u het sluit, Open.

Opmerking: In een dashlet geeft het venster Alarmoverzicht alleen Open alarmlogboekrecords weer. Als u probeert alarmen te filteren met de status Gesloten in een dashlet, stelt de dashlet uw selectie opnieuw in op Open. Door een alarm te sluiten zorgt dat het van deze alarmoverzichtslijst van deze dashlet verdwijnt. U kunt de Open en Gesloten alarmen met de pagina Alarmoverzicht weergeven.

Alarmen filteren

Selecteer of veoer in één of meer van de volgende Alarmfilter-velden waarden in. Zodra u een waarde selecteert of invoert, treedt de filter in werking.

  • Alarm-ID - een specifiek alarm-ID.
  • Controletype - Itemmeter, Proces, Service, SNMP, Waarschuwing, Systeemcontrole, Beveiliging of Logboekcontrole.
  • Alarmstatus - Open of Gesloten. U kunt alleen de status Open voor een alarm selecteren die in een dashlet-venster Alarmoverzicht is opgenomen.
  • Alarmtype - Alarm of Trend.
  • Alarmtekst - Tekst die in het alarm voorkomt.
  • Telling alarmfilter - Het aantal keren dat alarmen met gebruik van de huidige filtercriteria worden weergegeven.

Alarmen sluiten

U kunt alarmlogboekrecords op één of twee manieren sluiten:

  • Klik in het venster Alarmoverzicht, in de kolom Status op de koppeling Open.

Of:

  1. Stel de vervolgkeuzelijst Alarmstatus in op Gesloten.
  2. Selecteer één of meer alarmen die in het paginagebied in de lijst voorkomen.
  3. Klik op de knop Update.

Alarmen verwijderen

  1. Selecteer één of meer alarmen die in het paginagebied in de lijst voorkomen.
  2. Klik op de knop Verwijderen....

Notities toevoegen

  1. Voer in het veld Notities een notitie toe.
  2. Selecteer één of meer alarmen die in het paginagebied in de lijst voorkomen.
  3. Klik op de knop Update.

Pagina selecteren

Als meer rijen zijn geselecteerd dan op een enkele pagina kunnen worden getoond, klikt u op de knoppen en om de vorige of volgende pagina te tonen. De keuzelijst geeft een alfabetisch overzicht van het eerste record op elke pagina.

Alles selecteren/alles deselecteren

Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren.

Alarm-ID

Bevat een lijst van een door het systeem gegenereerd en uniek ID voor elk alarm. Om specifieke alarminformatie weer te geven, kan op de pictogram Uitvouwen, , worden geklikt.

Computer.Groep ID

De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken. Elke dashlet geeft alle computergroepen en computer-ID's weer die met de unieke filter voor computer-ID's/groeps-ID's van de dashlet overeenkomen.

Datum alarm

De datum en tijd dat het alarm werd aangemaakt.

Type

Het type controle-object: Itemmeter, Proces, Service, SNMP, Waarschuwing, Systeemcontrole, Beveiliging en Logboekcontrole.

Ticket

Als een ticket voor een alarm wordt gegenereerd, wordt een koppeling voor Ticket-ID weergegeven. Door op deze koppeling te klikken, wordt het ticket op de pagina Tickets > Ticket weergeven weergegeven. Als voor een alarm geen ticket wordt gegenereerd, wordt een koppeling voor Nieuw ticket... weergegeven. Klik op deze koppeling om voor dit alarm een ticket te maken.

Naam

De naam van het controle-object.