Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Menu Agent

De pagina Agentmenu toont de opties die verschijnen in het agentmenu van een computer. De gebruiker toont het agentmenu door te rechtsklikken op een agentpictogram in het systeemvak van de beheerde computer. Met deze pagina kunt u ook voorkomen dat het agentpictogram op de computer van de gebruiker wordt getoond. Wijzigingen die met dit pakket zijn aangebracht, worden van kracht als de agent de volgende keer incheckt en worden tot die tijd met rode tekst weergegeven.

Opmerking: Zie Agentpictogrammen voor een algemene uitleg van de weergave van agentpictogrammen op de computer van een gebruiker.

Het agentpictogram verbergen op een computer

Het agentpictogram geheel verbergen:

  1. Selecteer een of meer computer-ID's.
  2. Wis het keuzevakje Agentpictogram inschakelen.
  3. Klik op Update.

Alle andere keuzevakjes worden grijs, wat inhoudt dat alle opties voor het agentmenu zijn uitgeschakeld.

Voorkomen dat de gebruiker de agent-service op de computer afsluit

Als de optie Afsluiten op een beheerde computer is ingeschakeld, kan de gebruiker de agent service op de beheerde computer afsluiten door deze optie te selecteren. Als de agent-service is gestopt, wordt de beheerde computer onzichtbaar voor VSA-gebruikers en kan deze niet langer opdrachten ontvangen van de KServer.

Om de optie Afsluiten te verwijderen uit het agentmenu op beheerde computers:

  1. Selecteer een of meer computer-ID's.
  2. Wis het keuzevakje Afsluiten.
  3. Klik op Update.

Keuzevakjes

  • Agentpictogram inschakelen: selecteer dit om het agentpictogram in het systeemvak van de beheerde computer te tonen. Wis het vakje om het agentpictogram te verbergen en het gebruik van de opties in het agentmenu te vermijden.
  • Over <Agent>: selecteer dit zodat de computergebruiker deze optie kan selecteren om het venster Over voor de geïnstalleerde agent te openen. U kunt het standaard optielabel Agent aanpassen.
  • <Neem contact op met beheerder...>: selecteer deze optie zodat de gebruiker de pagina Toegang tot portal van de gebruiker of een andere contact-URL kan weergeven. U kunt het standaard optielabel Neem contact op met beheerder.... aanpassen.
  • <Uw bedrijfs-URL...>: selecteer deze optie zodat de gebruiker de URL kan tonen die in het bijbehorende URL-veld is opgegeven.
  • Beheer op afstand uitschakelen: selecteer deze optie zodat de computergebruiker beheer op afstand op zijn beheerde computer kan uitschakelen.
  • Account instellen: selecteer deze optie zodat de gebruiker zijn computer-ID.groeps-ID.organisatie-ID kan weergeven en het adres van de KServer kan wijzigen waarop de agent incheckt.
  • Verversen: selecteer deze optie zodat de gebruiker een onmiddellijke volledige incheck kan starten.
  • Afsluiten: selecteer deze optie zodat de gebruiker de agent-service op de beheerde computer kan afsluiten.

Update

Klik op Bijwerken om deze instellingen toe te passen op geselecteerde computer-ID's.

Alles selecteren/alles deselecteren

Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren.

Check-instatus

Deze pictogrammen geven van elke beheerde computer de check-instatus van de agent weer:

Online maar wacht tot de eerste audit wordt voltooid

Agent online

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld. Pictogram geeft knopinfo weer die de aanmeldingsnaam weergeeft.

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld, maar de gebruiker is al 10 minuten niet actief

De agent is momenteel offline

Agent heeft nooit ingecheckt

Agent is online maar de afstandsbediening is uitgeschakeld

Deze agent is uitgesteld

Computer.Groep ID

De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken.

ACOBiVs

Deze kolom geeft een overzicht van de opties in het agentmenu die voor een computer-ID zijn ingeschakeld. ACOBiVs heeft betrekking op de sneltoetsen die gebruikt worden om elke optie in het agentmenu te gebruiken.

Een letter geeft aan dat de optie in het agentmenu wordt getoond. Een "-" geeft aan dat de optie niet wordt getoond.

A = Over Agent

C = Contact opnemen met gebruiker

O = Start de URL die in het URL-veld is opgegeven. De agent toont de tekst in het veld links van het URL-veld.

B = Beheer op afstand uitschakelen

i = Account instellen..

V = Verversen

s = Afsluiten

Info titel

De tekst toegevoegd aan het label voor de optie Over in het agentmenu. Als de titel bijvoorbeeld Agent is, dan wordt het label voor de optie Over weergegeven als Over Agent.

Functie contactpersoon

De tekst in het agentmenu dat een VSA-gebruiker bevat.

Aangepaste titel

De tekst in het agentmenu dat een aangepaste URL bevat.

Contact URL

De weer te geven URL als de optie Neem contact op met de beheerder... is geselecteerd door de gebruiker. De standaard URL is de pagina Toegang tot portal. Het is mogelijk om een andere URL in te voeren.

Aangepaste URL

De weer te geven URL als deze optie in het agentmenu is geselecteerd door de gebruiker.