Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Voor/na procedure: Patch-beheer

Gebruik de pagina Voor/na procedure om voor en of na Initiële update of Automatische update procedures te activeren. U kunt bijvoorbeeld procedures activeren om voor of na Initiële update, de voorbereiding automatisch uit te voeren, evenals nieuw toegevoegde computers.

Opmerking: De post-procedures werken zelfs in geval van storingen bij de patch-installatie

Een voor/na-procedure activeren

  1. Selecteer in het pagineringsgebied computer-ID's of Computer-ID-sjablonen.
  2. Schakel één of meer van de volgende keuzevakken in en selecteer voor elk ingeschakeld keuzevak een agentprocedure:
    • activeer de geselecteerde agentprocedure vóór Initiële update
    • activeer de geselecteerde agentprocedure na Initiële update
    • activeer de geselecteerde agentprocedure vóór Automatische update
    • activeer de geselecteerde agentprocedure na Automatische update
  3. Klik op Instellen.

Automatische update overslaan

De Automatische voor-agentprocedure kan worden gebruikt om vast te stellen of de Automatische update wel of niet moet worden uitgevoerd. Na het uitvoeren van de Automatische voor-agentprocedure, wordt op de computer een registerwaarde ingeschakeld. Als deze registerwaarde bestaat, wordt Automatische update overgeslagen; anders wordt Automatische update uitgevoerd. Om deze functie te activeren, moet de Automatische voor-agentprocedure een procedurestap bevatten om hieronder de registerwaarde in te stellen:

     HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Kaseya\Agent\SkipAutoUpdate

Opmerking: Elk type gegevens en elke gegevenswaarde kan worden ingesteld. De test is alleen voor het bestaan.

Als deze registerwaarde bestaat, wordt een procedurelogboekinvoering gemaakt om te documenteren waarom Automatische update werd overgeslagen en deze registersleutel wordt verwijderd.

Alles selecteren/alles deselecteren

Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren.

Check-instatus

Deze pictogrammen geven van elke beheerde computer de check-instatus van de agent weer:

Online maar wacht tot de eerste audit wordt voltooid

Agent online

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld. Pictogram geeft knopinfo weer die de aanmeldingsnaam weergeeft.

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld, maar de gebruiker is al 10 minuten niet actief

De agent is momenteel offline

Agent heeft nooit ingecheckt

Agent is online maar de afstandsbediening is uitgeschakeld

Deze agent is uitgesteld

Pictogram Bewerken

Klik op het pictogram bewerken naast een computer-ID om de kopparameters automatisch in te stellen op degene die overeenkomen met de geselecteerde computer-ID.

Computer.Groep ID

De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken.

Voor-agentprocedure starten/Na-agentprocedure starten

Deze kolom bevat een lijst met de procedures die zijn ingesteld om voor en/of na Initiële update te werken.

Automatische voor-agentprocedure/Automatische na-agentprocedure

Deze kolom bevat een lijst met de procedures die zijn ingesteld om voor en/of na Automatische update te werken.