Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Initiële update

Initiële update is een éénmalige verwerking van alle goedgekeurde Microsoft-patches die op basis van Patchbeleid op een behaarde computer van toepassing is. Initiële update negeert het beleid Herstartactie en herstart de beheerde computer zonder de gebruiker te waarschuwen, zo vaak als nodig totdat de coputer tot het laatste patch-niveau wordt gebracht. Initiële update moet alleen tijdens niet-werkuren worden uitgevoerd en wordt meestal tijdens een weekend op nieuw toegevoegde computers uitgevoerd. Zie Manieren om patches bij te werken, Patch-beheer instellen, Patches verwerken, Vervangen patches, Classificatie bijwerken en Patch mislukt voor een algemene beschrijving van patch-beheer.

Opmerking: De agent voor de KServer wordt niet op deze pagina weergegeven. Initiële update kan niet op de KServer worden gebruikt.

Volgorde patch-update

Service packs en patches worden in de volgende volgorde geïnstalleerd:

  1. Windows Installer
  2. Service packs voor het besturingssysteem
  3. OS update rollups
  4. Kritieke updates voor het besturingssysteem
  5. Niet-kritieke updates voor het besturingssysteem
  6. Beveiligingsupdates voor het besturingssysteem
  7. Office service packs
  8. Office update rollups
  9. Alle resterende Office-updates

Opmerking: Herstarts worden na elk service pack geforceerd aan het eind van elke patchgroep zonder verdere waarschuwing. Dit is nodig om het herscannen en installeren van volgende patchgroepen mogelijk te maken.

Voor/na procedures

Agentprocedures kunnen, vlak voordat een Initiële update of Automatische update begint en/of na voltooiing, voor uitvoer worden geconfigureerd. U kunt bijvoorbeeld agentprocedures activeren om voor of na Initiële update, de voorbereiding automatisch uit te voeren, evenals nieuw toegevoegde computers. Gebruik Patch-beheer > Voor/na procedures om deze agentprocedures te selecteren en op basis van per computer toe te wijzen.

Plannen

Klik op Plannen om het venster Planner weer te geven die door de VSA wordt gebruikt om een taak te plannen. Plan deze taak één keer. Opties omvatten:

  • Distributievenster - Herplant de taak opnieuw om op een willekeurig geselecteerde tijd niet later dan het aantal aangegeven perioden, netwerkverkeer en het laden van de server te verspreiden.

Annuleren

Klik op Annuleren om de uitvoering van deze taak op geselecteerde beheerde computers te annuleren.

Alles selecteren/alles deselecteren

Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren.

Check-instatus

Deze pictogrammen geven van elke beheerde computer de check-instatus van de agent weer:

Online maar wacht tot de eerste audit wordt voltooid

Agent online

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld. Pictogram geeft knopinfo weer die de aanmeldingsnaam weergeeft.

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld, maar de gebruiker is al 10 minuten niet actief

De agent is momenteel offline

Agent heeft nooit ingecheckt

Agent is online maar de afstandsbediening is uitgeschakeld

Deze agent is uitgesteld

Computer.Groep ID

De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken.

Opmerking: Geeft, wanneer van toepassing, het volgende bericht weer: Niet een lid van een patch-beleid – alle ontbrekende patches worden geïnstalleerd!

Gepland

Deze tijdstempel toont de geplande Initiële update.

Bijgewerkt

Wanneer ingeschakeld, is een Initiële update succesvol op de computer-ID uitgevoerd. De tijdstempel toont wanneer de gemelde Status was voltooid.

Status

Tijdens de verwerking geeft, wanneer van toepassing, de kolom Status de volgende types berichten weer:

  • Gestart
  • Bezig met verwerken van Windows Installer
  • Bezig met verwerken van servicepakketten van besturingssyteem
  • Bezig met verwerken van updatepakketten van besturingssysteem
  • Bezig met verwerken van kritieke updates van besturingssysteem
  • Bezig met verwerken van niet-kritieke updates van besturingssysteem
  • Bezig met verwerken van beveiligings-updates van besturingssysteem
  • Bezig met verwerken van Office-servicepakketten
  • Bezig met verwerken van Office-updatepakketten
  • Bezig met verwerken van Office-updates

Wanneer alle verwerkingen zijn voltooid, geeft de kolom Status één van het volgende weer:

  • Voltooid – volledig hersteld
  • Voltooid – resterende patches vereisen handmatige verwerking

Als de laatste status wordt weergegeven, selecteert u in Patch-beheer > Update computer het passende computer-ID om vast te stellen waarom niet alle patches werden toegepast. Sommige patches kunnen handmatige installatie vereisen, of dat de gebruiker zich aanmeldt. In geval van patch-fouten, kunt u handmatig plannen dat mislukte patches opnieuw worden toegepast. Wegens periodieke conflicten tussen patches wegens het niet herstarten nadat elke individuele patch is geïnstalleerd, past u de patches gewoon opnieuw toe om de fouten op te lossen.