Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Afbeeldingslocatie

De pagina Afbeeldingslocatie geeft de map weer op een lokaal netwerk of station waar volumeback-ups en mapback-ups worden opgeslagen. Meestal is dit een pad naar een LAN op basis van een bestandserver zoals \\LAN_Server\Backups\. Het kan ook zo eenvoudig als een ander fysiek station op de computer zijn, zoals een USB-station of een gedeeld netwerkstation. Gegevens naar een tape-station schrijven wordt ondersteund. Het tape-station moet door het Windows-besturingssysteem als een verwijderbaar opslagapparaat worden herkend.

  • Voor paden van volume- en mappenback-ups kunnen afzonderlijke paden worden aangegeven.
  • U kunt de back-upafbeelding niet op hetzelfde station waarvan u de back-up maakt, opslaan.
  • Toegewezen stationsletters worden niet ondersteund. Het pad moet een volledig UNC-pad of een lokaal fysiek station zijn.
  • Als een UNC-pad wordt aangegeven, moet met Agent > Referenties instellen een referentie worden gedefinieerd die toegang biedt tot dit UNC-pad. Zonder deze referentie heeft de computer geen toegang tot de afbeeldinglocatie en mislukt de back-up.

    Opmerking: Windows 98 en Windows ME ondersteunen geen beheerdersreferenties. U mag alleen lokale stationspaden voor 98 en ME gebruiken.

De lijst met computer-ID's die u kunt selecteren, is afhankelijk van het computer-ID/groeps-ID filter. Voor computer-ID's moet, om op deze pagina te worden weergegeven, met behulp van de pagina Back-up > Installeren/verwijderen, back-upsoftware op de beheerde computer worden geïnstalleerd.

Opmerking: Zie Back-up mappenstructuur.

Lokale servers en afbeeldingslocaties

Als u replicatie gaat configureren met Offsite servers, dan moeten de mappen van Afbeeldingslocatie als submappen van een map van Lokale server worden gedefinieerd.

Instellen

Klik op Instellen om de afbeeldingslocaties in te stellen die voor back-ups voor geselecteerde computer-ID's worden gebruikt.

Waarschuwing: Tenzij u zeker weet dat u deze wijziging wilt uitvoeren, niet de afbeeldingslocatie wijzigen. Wijzigen van de afbeeldingslocatie voor bestaande back-ups dwingt de planning van een nieuwe, volledige, niet-synthetische back-up. Als een offsite server wordt gedefinieerd, moet de nieuwe volledige niet-synthetische back-up, zelfs als synthetische volledige back-ups worden ingeschakeld, opnieuw naar de offsite server worden overgedragen. Als de vorige volledige en incrementele back-upbestanden naar de nieuwe afbeeldingslocatie worden verplaatst, dan wordt de volgende keer dat een volledige back-up is gepland, een nieuwe volledige back-up gemaakt. Als de vorige volledige en incrementele back-upbestanden naar de nieuwe afbeeldingslocatie niet worden gevonden, dan wordt de volgende keer dat een incrementele back-up is gepland, een nieuwe volledige back-up gemaakt.

Wissen

Klik op Wissen om van de geselecteerde computer-ID's alle instellingen voor de afbeeldingslocatie te verwijderen.

Opmerking: Een afbeeldingslocatie voor een computer wissen, verwijdert alle geplande back-ups voor die computer.

Volumepad/Mappenpad

Voer mappaden in om back-ups op te slaan.

Automatisch vernieuwen

Door dit keuzevak in te schakelen, wordt het pagineringsgebied automatisch elke vijf seconden bijgewerkt.

Controle

U kunt de hoeveelheid vrije ruimte die op een willekeurige computermap voor afbeeldingslocaties beschikbaar is, controleren door de gewenste computer-ID's in te schakelen en op de knop Controle te klikken. Gebruik deze controle ook voor de referentie verifiëren om te kijken of deze juist is ingesteld zodat de client toegang kan nemen tot de afbeeldingslocatie.

Alles selecteren/alles deselecteren

Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren.

Check-instatus

Deze pictogrammen geven van elke beheerde computer de check-instatus van de agent weer:

Online maar wacht tot de eerste audit wordt voltooid

Agent online

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld. Pictogram geeft knopinfo weer die de aanmeldingsnaam weergeeft.

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld, maar de gebruiker is al 10 minuten niet actief

De agent is momenteel offline

Agent heeft nooit ingecheckt

Agent is online maar de afstandsbediening is uitgeschakeld

Deze agent is uitgesteld

Opmerking: Als deze invoegtoepassingsmodule in een 5.x VSA wordt geïnstalleerd, worden verschillende pictogramafbeeldingen weergegeven. De pagina Afstandsbediening > Computer besturen geeft een legenda van de specifieke pictogrammen weer die door uw VSA-systeem worden gebruikt.

Computer.Groep ID

De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken.

Volumepad/Mappenpad

De mappaden die voor elk computer-ID zijn aangegeven.

Vrije ruimte

Geeft de vrije ruimte weer die voor de afbeeldingslocatie van elk computer-ID beschikbaar is.