Agenten inzetten
Agent > Agenten inzetten
De pagina Agenten inzetten maakt en distribueert een installatiepakket voor agenten naar meerdere computers.
- Gebruik Agent > Maken om in twee gescheiden stappen een computer-ID account en installatiepakket voor agenten te maken en ze op een enkele computer toe te passen. U kunt Maken ook gebruiken om computer-ID sjablonen te maken of een agent opnieuw te installeren voor een bestaand computer-ID.
- Gebruik Agenten installeren om agenten op externe systemen te installeren.
Opmerking: Zie Systeemvereisten voor een lijst besturingssystemen waarop agenten kunnen worden geïnstalleerd.
Opmerking: Zie de PDF met snelstarthandleiding Agent-configuratie en -inzet. Dit en andere hulpbronnen worden in het eerste onderwerp van online help in een lijst weergegeven.
Computer-ID's vs. agenten
Bij het bespreken van agenten is het handig om onderscheid te maken tussen het computer-ID/groeps-ID/organisatie-ID en de agent. Het computer-ID/groeps-ID/organisatie-ID is de accountnaam voor een beheerde computer in de VSA-database. De agent is de clientsoftware geïnstalleerd op de beheerde computer. Een een-op-een relatie bestaat tussen de agent op een beheerde computer en de accountnaam op de VSA. Taken toegewezen aan een computer-ID door VSA-gebruikers besturen de handelingen van de agent op de beheerde computer.
Opmerking: De volledige bestandsnaam voor een installatiepakket van een Windows-agent is KcsSetup.exe . De volledige bestandsnaam voor een installatiepakket van een Macintosh-agent is KcsSetup.app . KcsSetup.app wordt als een KcsSetup.zip gedownload die in een map met de naam Agent het bestand KcsSetup.app bevat. Klik op het bestand KcsSetup.zip om het uit te vouwen, klik daarna op de map Agent en dan op het bestand KcsSetup.app om het uit te voeren.
De wizard gebruiken
Het installatiepakket Agenten inzetten is met de wizard Automatische account-aanmaak configureren gemaakt. De wizard kopieert agentinstellingen van een bestaand computer-ID of computer-ID sjabloon en genereert een installatiepakket genaamd KcsSetup. Alle instellingen en wachtende agentprocedures van het computer-ID waarvan u kopieert - behalve het computer-ID, groeps-ID en organisatie-ID - worden op elk nieuw computer-ID dat met het pakket wordt gemaakt, toegepast.
Automatische account-aanmaak
U moet automatische account-aanmaak hebben ingeschakeld met Systeem > Check-inbeleid om automatisch een computer-ID account te maken als het pakket Agenten inzetten wordt geïnstalleerd.
Computer-ID sjablonen
Een computer-ID sjabloon is een computer-ID record zonder agent. Omdat een agent nooit incheckt op een computer-ID sjabloonaccount, wordt dit niet geteld voor uw totale aantal licenties. U kunt, zonder extra kosten, net zoveel computer-ID sjablonen maken als u wilt. Bij het maken van een installatiepakket voor een agent, worden de instellingen voor het pakket meestal gekopieerd van een geselecteerde computer-ID sjabloon. Computer-ID sjablonen worden meestal gemaakt en ingesteld voor bepaalde soorten computers. Voorbeelden van computertypen zijn desktops, Autocad, Quickbooks, small business servers, Exchange servers, SQL Servers, enzovoort. Op basis van elk computer-ID sjabloon die u definieert, kan een overeenkomend installatiepakket worden gemaakt.
- Maak computer-ID sjablonen met Agent > Maken.
- Importeer een computer-ID sjabloon met Agent > Import/Export.
- Baseer het installatiepakket van een agent op een computer-ID sjabloon met Agent > Agenten inzetten.
- Kopieer geselecteerde instellingen van computer-ID sjablonen naar bestaande computer-ID accounts met Agent > Instellingen kopiëren.
- Bepaal het totale aantal computer-ID sjabloonaccounts in uw VSA met Systeem > Statistieken.
- Configureer instellingen voor de computer-ID sjabloon met de standaard VSA-functies, net als u voor een computer-ID account met een agent doet.
- Voor Windows- en Macintosh-computers worden afzonderlijke computer-ID sjablonen aangeraden. Als alternatief kunt u een pakket maken dat automatisch het juiste besturingssysteem selecteert en van een sjabloon dat een agentprocedure bevat die specifieke stappen voor een besturingssysteem gebruikt, kopieert.
Referenties opnemen in agent-installatiepakketten
Indien nodig kunt u een agent-installatiepakket maken dat referenties van een beheerder bevat om toegang te nemen tot het netwerk van een klant. Referenties zijn alleen nodig als gebruikers pakketten op computers installeren en geen beheerderstoegang hebben tot hun netwerk. De beheerdersreferenties zijn gecodeerd, nooit in duidelijk leesbare tekstvorm beschikbaar, en zijn zijn aan het installatiepakket gekoppeld.
Bestaande installatiepakketten bewerken
Meestal wordt een bestaand installatiepakket van Agenten inzetten vlak voor de herdistributie bewerkt. De meest voorkomende wijzigingen die aan een installatiepakket worden aangebracht, zijn:
- Vooraf een organisatie-ID, groeps-ID of subgroep-ID selecteren.
- Referenties toewijzen als dat nodig is.
Nadat het installatiepakket is bewerkt, kunt u het opnieuw aanmaken en naar de specifieke klant en locatie waarvoor het is bedoeld, distribueren.
Distributiemethoden
Zodra een installatiepakket is gemaakt, kunt u de volgende methoden gebruiken om het te distribueren:
- Aanmelden
- Windows - Stel een procedure voor NT-aanmelding in om, telkens wanneer een gebruiker zich op het netwerk aanmeldt, het installatiepakket uit te voeren. Windows 98 wordt niet ondersteund.
- Macintosh - Stel een procedure voor Mac OS X aanmeldings-inhaakprocedureg in om, telkens wanneer een gebruiker zich op het netwerk aanmeldt, het installatiepakket te activeren. Zie Apple KB-artikel http://support.apple.com/kb/HT242.
Procedure
- Maak het inzetpakket met de wizard Agent > Agenten inzetten.
- Het
KcsSetup -installatieprogramma slaat installatie over als het ontdekt dat op een machine al een agent is als de /e -schakeloptie in het installatiepakket aanwezig is. - Waarschijnlijk wilt u de optie voor installatie op de achtergrond selecteren.
- Mogelijk moet u de beheerdersreferentie koppelen als gebruikers die de aanmeldingsprocedure activeren, geen gebruikersrechten hebben.
- Download het
KcsSetup installatieprogramma met de pagina dl.asp en kopieer het naar een netwerk-share vanwaar gebruikers programma's kunnen uitvoeren. - Voeg
KcsSetup met zijn netwerkpad toe aan de aanmeldingsprocedure.
- E-mail - E-mail
KcsSetup naar alle gebruikers op het netwerk. Download het passende installatiepakket van de pagina Agenten inzetten en voeg het toe aan een e-mail op uw lokale computer. U kunt ook de koppeling naar het standaard installatiepakket kopiëren en in een e-mailbericht plakken. Neem instructie op om het pakket te starten, zoals in het opsommingsteken Handleiding hieronder wordt beschreven. - LAN Watch - Gebruikers kunnen nieuw toegevoegde computers ontdekken tijdens een LAN Watch en vervolgens agenten op afstand installeren met de pagina Agent > Agenten installeren.
- Active Directory - Activeer LAN Watch op een computer met Active Directory. Daarna kunnen, zodra gebruikers zich met behulp van Active Directory aanmelden, Windows-agenten automatisch worden geïnstalleerd op Windows-computers. Zie AD-computers weergeven en AD-gebruikers weergeven. Windows 98 en Macintosh worden niet ondersteund.
- Handleiding - U kunt aan gebruikers doorgeven dat ze vanaf de website
http://<VSA_Address>/dl.asp een installatie-agent naar hun doelcomputers moeten downloaden. Als op de website meer dan een installatiepakket wordt weergegeven, moet u gebruikers vragen welk pakket te selecteren. Gebruikers kunnen met één van de volgende methoden KcsSetup uitvoeren:- Windows
- Klik tweemaal op
KcsSetup om het te activeren. - Open een opdrachtvenster en typ
KcsSetup gevold door de gewenste schakelopties voor opdrachtregels. - Selecteer Activeren... in het Windows Start-menu en
KcsSetup gevolgd door gewenste schakelopties voor opdrachtregels.
- Macintosh
- Klik tweemaal op
KcsSetup om het te activeren. - Open een terminalproces, blader naar waar
KcsSetup zich bevindt en activeer KcsSetup gevolgd door willekeurig gewenste schakelopties voor opdrachtregels.
Standaard installatiepakketten voor gebruikers
Elke gebruiker kan zijn eigen standaard installatiepakket aangeven door de radioknop Standaardwaarde instellen links van de naam van het pakket te selecteren. Gebruikers kunnen hun eigen standaardagent onmiddellijk downloaden door de koppeling Hier klikken om een standaardagent te downloaden te selecteren op de pagina Agenten inzetten.
Uniek ID-nummer
U kunt gebruikers zeggen welk installatiepakket ze moeten downloaden door naar het unieke ID-nummer van het installatiepakket te verwijzen. Voorbeeld: http://<VSA_Address>/dl.asp?id=123 . Het standaard installatiepakket wordt met zijn unieke ID-nummer weergegeven in de koptekst van de pagina Agenten inzetten.
Volgens IP-adres nieuwe computer ID's aan computergroep toewijzen
Meerdere installatiepakketten voor agenten onderhouden in Agent > Agenten inzetten, één voor elke organisatie kan veel tijd kosten. In plaats daarvan gebruiken sommige server-providers een enkel agentpakket voor de onbenoemde organisatie en voeren ze alle installaties met dit pakket uit. Systeem > Naamgevingbeleid kan automatisch nieuwe agenten toewijzen aan de juiste organisaties.groeps-ID —de eerste keer dat de agent incheckt —aan de hand van het IP-adres of de verbindings-gateway van elke beheerde computer. Agent > Instellingen kopiëren kan achteraf worden gepland, om specifieke soorten agentinstellingen op computer-ID sjabloon te kopiëren naar het type computer dat door de initiële audit is bekend gemaakt. Dit kan worden geautomatiseerd met agentprocedures.
Selectie besturingssysteem
Op computers die met Windows- of Macintosh-besturingssystemen werken, kunnen agentpakketten worden gemaakt om agenten te installeren, of om automatisch het type besturingssystem van de download-computer te kiezen.
Pakket maken
Klik op Pakket maken om een wizard Automatische account-aanmaak configureren te starten, waarmee u alle configuratieparameters voor het installatiepakket kunt opgeven. De wizard is een proces dat uit 7 stappen bestaat.
- Definieer regels voor het benoemen van het computer-ID
- Vraag de gebruiker een computer-ID in te voeren.
- Gebruik de computernaam als computer-ID.
- Stel de gebruikersnaam van de huidig aangemelde gebruiker in als computer-ID.
- Geef een vast computer-ID op voor dit installatiepakket.
- Definieer regels voor het benoemen van het groeps-ID
- Bestaande groep - Selecteer een bestaand groeps-ID uit een vervolgkeuzekeuzelijst.
- Domeinnaam - Gebruikt de domeinnaam van de gebruiker.
- Nieuwe groep - Geef een nieuw groeps-ID aan.Deze optie is alleen zichtbaar voor gebruikers met de rol hoofd.
- Vraag gebruiker - Vraagt de gebruiker om een groeps-ID in te voeren.Deze optie is alleen zichtbaar voor gebruikers met de rol hoofd.
- Geef schakelopties voor opdrachtregels aan voor het installatiepakket voor agenten, inclusief de mogelijkheid om zonder taakbalken of diagoogvenster op de achtergrond te installeren.
- Geef het computer-ID aan om instellingen en in behandeling zijnde agentprocedures van te kopiëren. Alle gekopieerde instellingen en in behandeling zijnde agentprocedures, met uitzondering van het organisatie-ID, computer-ID en groeps-ID, worden op elk nieuw computer-ID dat met het pakket wordt gemaakt, toegepast.
Opmerking: De verklaring Instellingen van unknown.root.unnamed kopiëren als niets is geselecteerd is gebaseerd op het computer-ID of sjabloon dat door het standaard installatiepakket is geselecteerd. Zie Het standaard installatiepakket bewerken hieronder.
- Selecteer het besturingssysteem waarvoor u het installatiepakket maakt:
Automatisch besturingssysteem van downloading computer kiezen , Windows of Macintosh . - Koppel optioneel een referentie van een gebruikersaanmelding aan het installatiepakket. Vul het formulier Beheerdersreferenties in om de gebruikersrechten veilig aan het installatiepakket te binden
- Gebruikers zonder beheerdersrechten kunnen succesvol het pakket installeren zonder enige beheerdersreferenties in te voeren.
- Als de beheerdersreferentie leeg blijven en de gebruiker beschikt niet over de beheerdersrechten om software te installeren, vraagt het installatiepakket de gebruiker tijdens de installatie om beheerdersreferenties in te voeren. Als het pakket ook stil is, faalt
KcsSetup zonder enige dialoogberichten dit uit te leggen.
Opmerking: Referenties zijn alleen nodig als gebruikers pakketten op computers installeren en geen beheerderstoegang hebben tot hun netwerk.
- Geef het installatiepakket een naam voor eenvoudige verwijzing later. Deze naam wordt op de pagina Agenten inzetten en op de downloadpagina
dl.asp weergegeven.
Installatieproblemen en mislukkingen
Zie Installatieproblemen en mislukkingen als de installatie van een agent mislukt.
Het standaard installatiepakket bewerken
Het standaard installatiepakket stelt de standaardwaarden in die worden weergeven als u een nieuw pakket maakt. Normaal kunt u het standaard installatiepakket niet modificeren. De knop Opslaan is uitgeschakeld. Omde knop Opslaan in te schakelen voor het standaard installatiepakket , gaat u als volgt te werk als hoofdrolgebruiker:
- Klik op de knop Delen naast het
standaard installatiepakket in Agent > Agenten inzetten. - Klik op Eigenaar worden.
- Klik op Gebruikers toestaan wijzigingen aan te brengen.
- Klik op Opslaan.
- Klik op het bewerkingspictogram
naast het standaard installatiepakket .
De knop Opslaan wordt ingeschakeld als u het standaard installatiepakket bewerkt.
Opmerking: Als u het standaard installatiepakket verwijdert, wordt het direct opnieuw gemaakt.
Klik hier om een standaard Agent te downloaden
Klik op deze koppeling om het standaardpakket voor de huidige VSA-gebruiker rechtstreeks van deze pagina te downloaden.
Gebruikers kunnen agenten downloaden van
Plak deze hyperlink in een e-mailbericht. Het unieke ID-nummer zorgt er voor dat als in het e-mailbericht op de koppeling wordt geklikt, het standaard installatiepakket wordt geselecteerd en gedownload. Stel een ander installatiepakket als standaard in om de koppeling voor dat installatiepakket weer te geven.
Pakketten van alle beheerders beheren
Selecteer deze optie om alle pakketten weer te geven die door alle VSA-gebruikers zijn gemaakt. Nadat een verborgen pakket is weergegeven, kunt u het pakket gebruiken, het openbaar maken of eigenaar worden. Deze optie is alleen zichtbaar voor gebruikers met de rol hoofd.
Als standaard instellen
Geef uw eigen standaardinstallatiepakket aan door op de radioknop links van de naam van het pakket in de kolom Als standaard instellen te klikken.
Pictogram Verwijderen
Klik op het pictogram verwijderen om een pakket van de pagina te verwijderen. Als u het pakket hebt gemaakt, verwijdert dit ook het pakket uit het systeem en voor alle VSA-gebruikers.
Pictogram Bewerken
Klik op het pictogram bewerken naast een pakket om parameters voor dat pakket te wijzigen met de wizard Automatische account-aanmaak configureren.
Naam pakket
Toont de naam van het pakket.
Openbaar pakket
Rijen Openbaar pakket hebben een bruine achtergrond. Rijen Privé-pakket hebben een grijze achtergrond.
Delen
Klik op Delen om een privé-pakket met andere gebruikers of gebruikersrollen te delen of om het pakket openbaar te maken.
Lijst op dl.asp
Klik op de koppeling dl.asp in de koptekst van de kolom om de webpagina weer te geven die computergebruikers zien als ze een agent op hun computer installeren. Schakel een keuzevakje in deze kolom in om het pakket op te nemen in de lijst met beschikbare downloadpakketten op de pagina dl.asp.
Beschrijving
Toont de beschrijving van het pakket.
|