Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Profiel bewerken

De pagina Profiel bewerken onderhoudt contactgegevens, de taalvoorkeur voor het agentmenu op de computer van de gebruiker en notities over elk computer-ID/groeps-ID account. Op drie andere plaatsen kunt u profielgegevens bijhouden:

  • De contactgegevens op de pagina Profiel bewerken kunt u automatisch vullen als een nieuwe account wordt gemaakt met de pagina Agent > Maken.
  • VSA-gebruikers en computergebruikers kunnen beiden contactgegevens onderhouden met het tabblad Home > Profiel wijzigen in het venster Live Connect of Toegang tot portal.
  • VSA-gebruikers kunnen alleen notities en contactgegevens onderhouden in het tabblad Agentinstellingen van de pagina's Live Connect en Computeroverzicht.

De instellingen voor de gebruikersaccount wijzigen:

  1. Selecteer een computer-ID.
  2. Voer Notities, E-mail beheer, Naam contactpersoon, E-mail contactpersoon en Telefoon contactpersoon in.
  3. Druk op Bijwerken.

Notities

Voer alle notities in over een computer-ID account. Nuttige informatie kan zijn de locatie van de computer, het type computer, het bedrijf, of andere gegevens waarmee de beheerde computer kan worden geïdentificeerd.

Notities als knopinfo tonen

Als dit is geselecteerd, worden de notities van Profiel bewerken opgenomen als onderdeel van de knopinfo die verschijnt als de aanwijzer boven het incheckstatus-pictogram zweeft.

Automatisch tickets toewijzen

Wijs automatisch een ticket aan dit computer-ID toe als de Ticketing e-mail lezer een e-mail ontvangt van hetzelfde e-mailadres als E-mail contactpersoon. Van toepassing als nieuwe e-mails binnenkomen in de ticketing e-maillezer die niet zijn toegewezen aan een van de e-mail toewijzigen.

Opmerking: Als meerdere computer-ID's dezelfde contact e-mail gebruikten, kan voor slechts één computer-ID deze optie zijn geselecteerd.

Naam contactpersoon

typ de naam van de persoon die de beheerde computer gebruikt. Deze instelling wordt weergegeven in de kolom Naam contactpersoon.

E-mail contactpersoon

typ het e-mailadres van de persoon die de beheerde computer gebruikt. Deze instelling wordt weergegeven in de kolom E-mail contactpersoon.

Telefoon contactpersoon

typ het telefoonnummer van de persoon die de beheerde computer gebruikt. Deze instelling wordt weergegeven in de kolom Telefoon contactpersoon.

E-mail beheer

typ het e-mailadres van de persoon die ondersteuning levert voor de beheerde computer. Dat kan de gebruiker van de computer zijn, maar vaak is het iemand die deel uitmaakt van het IT-personeel van het bedrijf dat eigenaar is van de beheerde computer. Deze instelling wordt weergegeven in de kolom E-mail beheer.

Taalvoorkeur

De taal geselecteerd in de keuzelijst Taalvoorkeur bepaalt de taal waarin een agentmenu op een beheerde computer wordt getoond. De beschikbare talen worden bepaald door de geïnstalleerde taalpakketten met Systeem > Voorkeuren.

Computerrol

De computerrol die moet worden toegepast op geselecteerde computer-ID's. Computerrollen bepalen welke functies voor Toegang tot portal beschikbaar zijn voor de gebruiker van de computer.

Update

Klik op Bijwerken om alle geselecteerde computer-ID's bij te werken met de eerder ingevoerde opties.

Alles selecteren/alles deselecteren

Klik op de koppeling Alles selecteren om alle rijen op de pagina te selecteren. Klik op de koppeling Alles deselecteren om alle rijen op de pagina te deselecteren.

Check-instatus

Deze pictogrammen geven van elke beheerde computer de check-instatus van de agent weer:

Online maar wacht tot de eerste audit wordt voltooid

Agent online

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld. Pictogram geeft knopinfo weer die de aanmeldingsnaam weergeeft.

Agent is online en gebruiker is momenteel aangemeld, maar de gebruiker is al 10 minuten niet actief

De agent is momenteel offline

Agent heeft nooit ingecheckt

Agent is online maar de afstandsbediening is uitgeschakeld

Deze agent is uitgesteld

Computer.Groep ID

De weergegeven lijst met Computer.Groep ID is gebaseerd op het Computer-ID/Groeps-ID filter en op de computergroepen die de gebruiker mag zien met Systeem > Gebruikersbeveiliging > Bereiken.