Next Topic

Previous Topic

Book Contents

Beheren

De pagina Beheren definieert de organisaties waarmee u zaken doet. Meestal is een organisatie een klant, maar een organisatie kan ook een bedrijfspartner zijn. Organisaties worden met Bereiken, tickets en met definities van service desks verwant.

Binnen een organisatie kunt u het volgende definiëren:

  • Computergroepen - computergroepen die met deze organisatie zijn verwant.
  • Afdelingen - een eenheid van administratieve verantwoordelijkheid binnen een organisatie.
  • Personeel - personeel die aan een afdeling is toegewezen.

Algemeen tabblad

Klik op Nieuw om het venster Organisatie toevoegen weer te geven, of klik in het middelste paneel op een rij en daarna op Bewerken om het venster Organisatie wijzigen weer te geven. Voer de volgende attributen in:

  • ID - Het record-ID. Kan niet worden gewijzigd zodra u het hebt opgeslagen.
  • Org naam - Geeft voor het ID de naam weer.
  • Type org - Het type organisatie. Zie Types organisatie.
  • Standaard naam afdel.- De standaardafdeling voor de organisatie.
  • Standaard naam MachGroup- De standaard computergroep voor de organisatie.
  • Website org - De website van de organisatie.
  • Aantal werknemers - Het aantal werknemers in de organisatie.
  • Jaaromzet - De jaaromzet van de organisatie.
  • Voorkeursmethode voor contact - De voorkeursmethode van de organisatie voor contact: Telefoon, E-mail, Post, Fax.
  • Hoofdkantoor - Het hoofdkantoor van deze organisatie. Het hoofdkantoor moet vooraf worden gedefinieerd zodat het in deze vervolgkeuzelijst wordt weergegeven.
  • Het adres van de organisatie:
    • Land
    • Straat
    • Stad
    • Amerikaanse staat
    • Postcode

Vooraf gedefinieerde organisaties

Er worden drie vooraf gedefinieerde organisaties geboden:

  • myOrg – De org. van de service-provider die de VSA gebruikt. De naam moet naar de naam van uw bedrijf of organisatie worden omgezet. De naam myOrg wordt bovenin de verschillende rapporten weergegeven om het rapport te markeren. Agenten die op intern beheerde computers zijn geïnstalleerd, kunnen aan deze organisatie worden toegewezen.
  • Kserver – De org om aan agenten toe te wijzen die op uw KServers zijn geïnstalleerd. Dit maakt het gemakkellijk om gespecialiseerde instellingen op KServers toe te passen die meestal verschillend van andere door agent beheerde computers worden onderhouden.
  • Naamloos – De standaard organisatie om een agent toe te wijzen. Meerdere installatiepakketten voor agenten onderhouden in Agent > Agenten inzetten, één voor elke organisatie kan veel tijd kosten. In plaats daarvan gebruiken sommige server-providers een enkel agentpakket voor de onbenoemde organisatie en voeren ze alle installaties met dit pakket uit. Systeem > Naamgevingbeleid kan automatisch nieuwe agenten toewijzen aan de juiste organisaties.groeps-ID —de eerste keer dat de agent incheckt —aan de hand van het IP-adres of de verbindings-gateway van elke beheerde computer. Agent > Instellingen kopiëren kan achteraf worden gepland, om specifieke soorten agentinstellingen op computer-ID sjabloon te kopiëren naar het type computer dat door de initiële audit is bekend gemaakt. Dit kan worden geautomatiseerd met agentprocedures.

Afdelingen

Definieer de afdelingen binnen een organisatie. Alle personeelsleden worden door de afdeling waartoe zij behoren, gedefinieerd. U kunt afdelingshiërarchieën van meervoudige niveaus definiëren door de hoofdafdeling waartoe een afdeling behoort, te identificeren. U kunt een personeelslid opnieuw aan een andere afdeling binnen dezelfde organisatie toewijzen.

Voor een nieuwe afdeling voert u de volgende attributen in:

  • Naam - De naam van de afdeling.
  • Hoofdafdeling - De hoofdafdeling. Optioneel.
  • Naam manager - De naam van de afdelingsmanager. Optioneel. U moet een personeelslid aanmaken voordat u dat personeelslid als de afdelingsmanager kunt toewijzen.

Computergroepen

Definieer de computergroepen die met deze organisatie zijn verwant. Computers worden altijd volgens computergroep gedefinieerd en computergroepen worden altijd volgens organisatie gedefinieerd. U kunt hiërarchieën van computergroepen met meervoudige niveaus definiëren door de hoofdcomputergroep waartoe een computergroep behoort, te identificeren.

U kunt ook een computergroep en alle verwante computers ervan naar een andere hoofdcomputergroep binnen dezelfde organisatie verplaatsen.

Voor een nieuwe computergroep voert u de volgende attributen in:

  • Naam - De naam van de computergroep.
  • Hoofdgroep - Hoofdcomputergroep. Optioneel.

Personeel

Maak binnen afdelingen personeelsleden en onderhoud voor elk personeelslid de contactinformatie. Contactpersonen en hun telefoonnummers kunnen met tickets en met service desk definities worden verwant. Informatie van personeelsleden kunnen ook door Active Directory met Agent > AD-gebruikers weergeven worden bijgewerkt.

  • Volledige naam - De volledige naam van een persoon binnen de organisatie.
  • Afdeling - De afdeling waaraan de persoon verwant is. De afdeling moet vooraf worden gedefinieerd zodat het in deze vervolgkeuzelijst wordt weergegeven.
  • Supervisor - De persoon waarvoor dit personeelslid werkt. De supervisor moet vooraf als personeelslid binnen dezelfde afdeling worden gedefinieerd.
  • Titel - De titel van de persoon in de organisatie.
  • Functie - De functie die de persoon in de organisatie uitvoert.
  • Telefoonnummer - Het rechtstreekse telefoonnummer van de persoon.
  • E-mailadres - Het e-mailadres van de persoon.
  • Gebruikersnaam - VSAgebruikers-ID die met dit personeelslid is verwant.
  • Alle tickets weergeven - Wanneer ingeschakeld, kan de VSA-gebruiker die met dit personeelslid is verwant, alle tickets in zijn of haar bereik, alsmede tickets die met het record van dit specifieke personeelslid zijn verwant. Wanneer leeg, kan deze VSA-gebruiker alleen tickets weergeven die met dit specfieke personeelslidrecord zijn verwant.

Zichtbaarheid van servicedesk-tickets door een personeelslid

Als een VSA-gebruikersnaam met het record voor personeelsleden van een organisatie wordt verwant, dan heeft die VSA-gebruiker de zichtbaarheid van tickets die met dat record van personeelsleden is verwant, zelfs als het bereik van de VSA-gebruiker het niet toestond. Enige tickets die door die VSA-gebruiker worden gemaakt, worden automatische met hun record voor personeelsleden en organisatie verwant. Deze methode ondersteunt voornamelijk computergebruikers die Portaaltoegang gebruiken om hun eigen tickets te maken en te beheren. Computergebruikers verwachten toegang te hebben naar alle tickets die zij maken en naar tickets die voor hen zijn gemaakt. Het kan echter zijn dat er voor hen geen bereikrechten zijn gedefinieerd. Als voor een VSA-gebruiker een bereik bestaat, geeft het inschakelen van het keuzevak Alle tickets weergeven in het record voor personeelsleden per bereik de zichtbaarheid van die bijkomende tickets.

Voorbeeld: Dale is de hoofdcontactpersoon van de klant voor de XYZ-organisatie. Hij heeft een bereik gekregen waarmee hij alle tickets die aan zijn organisatie zijn verwant, kan zien, zelfs tickets die niet door hem zijn gemaakt. Het keuzevak Alle tickets weergeven is dus ingeschakeld. Brandon van de XYZ-organisatie neemt contact op met de service desk om ook een ticket in te dienen. Aanvankelijk is het onduidelijk of Brandon toegang moet krijgen tot andere tickets behalve de tickets die hijzelf heeft gemaakt. Alle tickets weergeven wordt dus niet ingeschakeld. Later, als Dale grotere toegang voor Brandon toezegt, kan de service desk-provider een bereik aan Brandon toewijzen en het keuzevak Alle tickets weergeven inschakelen.