IF-ELSE-STEP servicedesk-opdrachtenHierop volgens is een overzicht van IF-ELSE en STEP opdrachten die in Servicedesk-procedures worden gebruikt.
Waar gebruikt Deze IF-ELSE en STEP opdrachten worden door de volgende types van Servicedesk-procedures gebruikt.
IF-ELSE in details Een variabele controleren Voer de naam van de variabele in de indeling Voer een tekenreeks voor de vergelijkings-operator in. Dezelfde vergelijkingsopties van tekenreeksen zijn voor alle IF-opdrachten beschikbaar. Zie Tekenreeks-vergelijkingen en Datum/tijd-vergelijkingen. Voer daarna een tweede waarde in om ten opzichte van de eerste waarde te vergelijken. In plaats van een waarde kunt u ook een objectvariabele invoeren in de indeling Als de test waar is, worden IF-opdrachten uitgevoerd. Als de controle niet waar is, worden ELSE-stappen uitgevoerd. Test voor dubbele verzoeken Deze IF-opdracht is alleen in een procedure van De-dup ticketverzoek beschikbaar. Test een ticket-verzoek om te zien of het een duplicaat van een bestaand ticket is. Voorkomt dat binnen een aangegeven tijdslimiet voor het ticket-verzoek meerdere tickets worden gemaakt. Ticketverzoeken worden gemaakt als Servicedesk een verzoek ontvangt om een ticket te maken. Ticketverzoeken worden op een binnenkomende e-mail of systeemgebeurtenis, zoals alarmcondities gebaseerd. Instellingen inkomende e-mails en gekoppelde servicedesk-procedures bepalen hoe ticketverzoeken in tickets worden verwerkt, welke servicedesks worden gebruikt om tickets te maken en of ticketverzoeken worden geannuleerd. Test waar als één of meer van de volgende condities overeenkomen:
Beperkt op basis van de aanmaakdatum van het ticket, de overeenkomst met de meest recente <N> aantal perioden. Aangepast veld van ticket testen Voer de naam van het aangepaste veld in de indeling Voer een tekenreeks voor de vergelijkings-operator in. Dezelfde vergelijkingsopties van tekenreeksen zijn voor alle IF-opdrachten beschikbaar. Zie Tekenreeks-vergelijkingen en Datum/tijd-vergelijkingen. Voer daarna een tweede waarde in om ten opzichte van de eerste waarde te vergelijken. In plaats van een waarde kunt u ook een objectvariabele invoeren in de indeling Als de test waar is, worden IF-opdrachten uitgevoerd. Als de controle niet waar is, worden ELSE-stappen uitgevoerd. Eigenschapswaarde van nieuw ticket testen Selecteer een ticket-eigenschap van de vervolgkeuzelijst in de indeling Voer een tekenreeks voor de vergelijkings-operator in. Dezelfde vergelijkingsopties van tekenreeksen zijn voor alle IF-opdrachten beschikbaar. Zie Tekenreeks-vergelijkingen en Datum/tijd-vergelijkingen. Voer daarna een tweede waarde in om ten opzichte van de eerste waarde te vergelijken. In plaats van een waarde kunt u ook een objectvariabele invoeren in de indeling Als de controle waar is, worden IF-opdrachten uitgevoerd. Als de controle niet waar is, worden ELSE stappen uitgevoerd. Eigenschapswaarde van ontvangstebewijs testen Deze IF-opdracht is alleen in een procedure van Toewijzing ticketverzoek beschikbaar. Selecteer een ticket-eigenschap van de vervolgkeuzelijst in de indeling Voer een tekenreeks voor de vergelijkings-operator in. Dezelfde vergelijkingsopties van tekenreeksen zijn voor alle IF-opdrachten beschikbaar. Zie Tekenreeks-vergelijkingen en Datum/tijd-vergelijkingen. Voer daarna een tweede waarde in om ten opzichte van de eerste waarde te vergelijken. In plaats van een waarde kunt u ook een objectvariabele invoeren in de indeling Als de test waar is, worden IF-opdrachten uitgevoerd. Als de controle niet waar is, worden ELSE-stappen uitgevoerd. Eigenschappen SourceType, SourceTag en SourceValue De eigenschappen
Tekenreeksvergelijkingen De tekenreeksvergelijkingen die worden uitgevoerd in IF-opdrachten zijn niet hoofdlettergevoelig. De beschikbare tests zijn:
Voor de tests Datum/tijd-vergelijkingen U kunt een IF-opdracht gebruiken om te testen of een tijd relatief aan de huidige tijd waar is of niet. Relatieve tijd wordt aangegeven als STEP in details Notitie toevoegen Voegt aan het ticket dat doro de procedure wordt verwerkt, een notitie toe. U kiest ervoor om de notitie te verbergen of niet. Selecteer een notitiesjabloon in plaats van een notitie in te voeren. Notitietekst kan een objectvariabele omvatten in de indeling Aangepast veld ticket toewijzen Wijst aan een aangepast veld in een ticket een waarde toe. Voer de naam van het aangepaste veld in de indeling U kunt ook een objectvariabele invoeren in de indeling Ticket-eigenschap toewijzen Wijst aan de eigenschap van een ticket een waarde toe. De set eigenschappen die kan worden toegewezen wordt in een vervolgkeuzelijst weergegeven. De gegeven waarde kan een globale variabelenaam of de naam van een procedurevariabele zijn in de indeling Ticket verwijderen Verwijdert het ticket dat door de procedure wordt verwerkt. Een algemene subprocedure uitvoeren Veroorzaakt dat een subprocedure wordt uitgevoerd. Gebruik deze mogelijkheid om meerdere IF-ELSE componenten aan elkaar te knopen. U kunt de uitvoering van procedures tot 10 niveaus diep nesten. Shell-opdracht uitvoeren Voert een shell-opdracht op de KServer uit. Wordt van de map Huidige ticket-overdracht faalt Als in een procedure opgenomen, worden alle wijzigingen aan het ticket geannuleerd. Annuleert de ticketwijzigingen die handmatig zijn gemaakt voordat het ticket werd opgeslagen en ticketwijzigingen die werden gemaakt toen de procedure werd verwerkt voordat deze stap werd geactiveerd. Het annuleert niet de stappen E-mail verzenden of Bericht verzenden die voordat deze stap werd geactiveerd, werden verwerkt. Annuleert alle stappen in de procedure nadat deze stap wordt geactiveerd. Variabele krijgen Definieert een nieuwe procedurevariabele en wijst er een waarde aan toe. Geef de variabelenaam zonder haakjes aan. Voorbeeld: U kunt naar deze variabelen verwijzen in tekstvelden in enige opvolgende stappen door
Aan ander ticket koppelen Koppelt het ticket dat wordt verwerkt aan een aangegeven ticket-ID of kennisbasis-artikel-ID. Fasedoel pauseren Pauzeer meting verlopen tijd ten opzichte van huidig fase-doel. Doelprocedures worden met het tabblad Servicedesk > Definities > Verwerken > Fase > Procedures aan fasen gekoppeld. Ticket-doel pauzeren Pauzeer meting verlopen tijd ten opzichte van ticket-doel. Het ticketdoel stelt voor het hele ticket de vervaldatum in. Doelstellingen worden met het tabblad Definities > Eigenschappen > Algemeen > Procedures aan een servicedesk gekoppeld. Fasedoel voortzetten Hervat meting verlopen tijd ten opzichte van huidig fase-doel. Doelprocedures worden met het tabblad Servicedesk > Definities > Verwerken > Fase > Procedures aan fasen gekoppeld. Ticket-doel voortzetten Hervat meting verlopen tijd ten opzichte van ticket-doel. Het ticketdoel stelt voor het hele ticket de vervaldatum in. Doelstellingen worden met het tabblad Definities > Eigenschappen > Algemeen > Procedures aan een servicedesk gekoppeld. Procedure plannen Activeert een geselecteerde agentprocedure voor een aangegeven computer. Gebruik Email verz Stuurt een e-mail naar een of meer ontvangers. Geeft het onderwerp en de tekst van de e-mail op. U kunt objectvariabelen, globale variabelen en procedurevariabelen in de velden Naar, Van, Onderwerp en Hoofdtekst van een opdracht E-mail verzenden opnemen. U kunt in de berichtsjablonen die u in een opdracht E-mail verzenden koppelt objectvariabelen, globale variabelen en procedurevariabelen verwijzen. Zie Berichtsjablonen voor een lijst van objectvariabelen. Zie Procedurevariabelen en Met variabelen werken voor meer informatie over variabelen. U kunt van een pool van gebruikers de naam invoeren. Namen worden met komma's of puntkomma's gescheiden. De volgende volgorde van voorkeur bepaalt de e-mailadressen van ontvangers. De naam in het veld Naar van een stap voor E-mail verzenden wordt voor het volgende gecontroleerd:
Bericht verzenden Stuurt een bericht naar het postvak IN van een gebruiker. U kunt in het veld Naar van het dialoogvak Bericht verzenden maar één gebruikersnaam invoeren. Gebruik Bericht naar gebruik pool verzenden om naar meerdere gebruikers een bericht te verzenden. U kunt objectvariabelen, globale variabelen en procedurevariabelen in de velden Naar, Van, Onderwerp en Hoofdtekst van een opdracht E-mail verzenden opnemen. U kunt in de berichtsjablonen die u in een opdracht E-mail verzenden koppelt objectvariabelen, globale variabelen en procedurevariabelen verwijzen. Zie Berichtsjablonen voor een lijst van objectvariabelen. Zie Procedurevariabelen en Met variabelen werken voor meer informatie over variabelen. Bericht naar pool-gebruikers verzenden Stuurt een bericht naar het postvak IN van alle gebruikers in een geselecteerde pool. U kunt objectvariabelen, globale variabelen en procedurevariabelen in de velden Onderwerp en Hoofdtekst van een opdracht Bericht naar pool-gebruikers verzenden opnemen. U kunt in de berichtsjablonen die u in een opdracht Bericht naar gebruik pool verzenden koppelt objectvariabelen, globale variabelen en procedurevariabelen verwijzen. Zie Berichtsjablonen voor een lijst van objectvariabelen. Zie Procedurevariabelen en Met variabelen werken voor meer informatie over variabelen. Escalatietijd instellen Stelt de tijd in dat een ticket wordt geëscaleert. Met het tabblad Servicedesk > Definities > Verwerken > Fase > Procedures wordt de standaard-escalatietijd opgeheven die voor een fase is ingesteld. Doeltijd instellen Stelt de tijd in dat een doel voor een fase wordt gepland om te worden voltooid. Met het tabblad Servicedesk > Definities > Verwerken > Fase > Procedures wordt de standaard-doeltijd opgeheven die voor een fase is ingesteld. Doeltijd ticket instellen Stelt de tijd in dat het doel voor een ticket wordt gepland om te worden voltooid. Het ticketdoel stelt voor het hele ticket de vervaldatum in. Met het tabblad Servicedesk > Definities > Verwerken > Fase > Procedures wordt de standaard-doeltijd opgeheven die voor een ticket is ingesteld. Record in procedurelogboek schrijven Schrijft een gegeven tekenreeks naar Systeem > Toepassing opname logboek. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onderwerp 4009: Stuur feedback. Download van dit online boek een PDF van het eerste onderwerp in de inhoudstabel. |